Petjes en pantoffels, thuis zijn in mijn praktijk
Een week of wat geleden vergat een cliënt zijn petje. Ik vond het na zijn consult in de gang bij de kapstok. Ik legde het erop en sprak af dat hij het zaterdag zou komen ophalen.
Op zaterdagochtend stond zijn vrouw ineens in de tuin. Hoewel ik wist dat ze het petje zouden komen ophalen, had ik haar zo vroeg ( voor negenen) nog niet verwacht.
Ik schrok me dan ook te pletter van die schim voor het raam. Grappig hoe iets wat elke dag gebruikelijk is: cliënten in mijn tuin, op zaterdag ineens een heel ander effect heeft op me. We bleken een soort ruil te doen: petje voor haar en tulpen voor mij.
Ze zei dat ze dat eigenlijk al bij haar laatste consult van plan was en nu was er een mooie kans. Mijn zaterdag begon dus goed.
Daarnaast gaf ik van de week weer een individuele Je levenspad volgen, coachingsdag. Dit keer betaald door de werkgever van de cliënte. Een groot bedrijf dat gelukkig de meerwaarde ervan inzag en dat is natuurlijk altijd fijn.
Na afloop van een lekkere en productieve dag ruimde ik op en liep terug naar mijn huis met mijn handen vol met bekers en glazen, toen mijn oog ineens op iets viel. Slofjes.
Onder de kapstok waar ook het petje een tijdelijk thuis gevonden had, stonden ineens slofjes. Nou staan er altijd wel slofjes want in mijn praktijk liggen mensen op een behandeltafel, zonder schoenen aan, en sommigen vinden het daarom fijn om dikke sokken of slofjes aan te hebben. En op het rekje onder de kapstok liggen daarom wat ‘leenexemplaren’. Maar nu had er gezinsuitbreiding plaatsgevonden. Er stond ineens een donkerblauw, extra paar.
Terwijl ik het ontdekte kreeg ik tegelijkertijd een berichtje van de cliënte: staan mijn slofjes nog bij jou?
Ik beaamde het en ze schreef terug: ‘Doe alsof je thuis bent! :-)’
En dat vond ik leuk. Dat iemand zich zo lekker had gevoeld dat ze als vanzelf haar pantoffels op het rekje had gezet. Omdat het zo paste.