Ik kreeg haar voor mijn veertigste verjaardag, van mijn familie. Een toen nog te verwekken labradorpupje, dat voor mij een groot geschenk was. En dus noemde ik haar Present. Maar vanwege mijn Gooise r en wonend in Brabant, werd haar roepnaam Senna.
Sen kwam, zag en overwon. Ze werd al gauw degene om wie mijn leven draaide en geplooid werd, want zo gaat dat tijdens het opvoeden van een pup en het hebben van een hond. Tenminste, in mijn geval.
Senna was bovendien het eerste jaar behoorlijk ziek. Dat weerhield ons er niet van om een heel sterke band op te bouwen. Of misschien kwam het wel juist daardoor?
Ze was nogal eigenzinnig en werd daarom vrij streng opgevoed en dat heeft ervoor gezorgd dat ze toen ze eenmaal uit de pubertijd was, een hele lieve, sociale, leuke hond was, die veel ruimte kreeg omdat ze zich wist te gedragen en netjes luisterde als dat even nodig was.
Vanaf de dag dat ik haar kreeg, lag ze in haar mandje in mijn praktijk. Tenminste, als het van de cliënt mocht. En bijna alle cliënten vonden haar leuk en dus mocht het praktisch altijd. Ze zat dan ook maar zelden in de keuken.
Ze speelde met kinderen die eigenlijk bang voor honden waren, liet hen in haar mandje liggen en plofte er zelf naast, knuffelde met iedereen die daar behoefte aan had, of lag rustig aan hun voeten en hielp hen tot rust komen. Tijdens cursussen lag ze lief in haar mandje. Ze was een vaste waarde in mijn praktijk. Ze hield zich tot op hoge leeftijd keurig rustig totdat ik klaar was met werken en daarna was het feest. Alleen als het weer later werd dan half zeven kwam ze het afgelopen jaar even melden dat ik weer te lang aan het werk was…
Jarenlang was ze zo een geweldige metgezel. Privé en in mijn praktijk. Tot de dag na haar 13e verjaardag, toen werd ze ziek. En afgelopen week is ze, na twee maanden haar best doen en het toch niet redden, uiteindelijk ingeslapen.
Het is kaal en stil nu in mijn huis en praktijk. Ik mis mijn maatje en grote vriendin. Het doet gewoon pijn. Maar ik ben ook vervuld van dankbaarheid dat ze zo lang naast me heeft mogen lopen. Snuffelend, knuffelend, hummend, snurkend. Likjes geven als ze je lief vond. Blikken gevend die o zo duidelijk waren. Het contact dat ze maakte. Het was een prachtexemplaar. Ik noemde haar ‘Senna, de liefste van de hele wereld en ver daarbuiten’. En dat is en blijft ze voor mij.